Marjo Vissers-Kuijpers over de Zorgambassade

 

De Zorgambassade wordt gesteund door veel partners. In aanloop naar de lancering worden ze aan het woord gelaten. Waarom is Marjo Vissers-Kuijpers, divisievoorzitter Zorg bij Coöperatie VGZ, enthousiast over dit nieuwe initiatief?

 

 
Marjo Vissers-Kuijpers

Wat is uw beeld van het Nederlandse Zorgstelsel?

‘Het Nederlandse zorgstelsel is een van de beste ter wereld. Het staat al acht jaar op rij op nummer één als beste zorgstelsel van Europa. Dat is natuurlijk fantastisch. Ons zorgstelsel wordt met name geroemd om de toegankelijkheid, maar daarnaast doen we het ook op de kosten goed. Kennelijk hebben we via de gereguleerde marktwerking het beste van beide werelden kunnen verenigen en stuwen aanbieders en verzekeraars elkaar op om het steeds beter te doen voor hun patiënten en klanten. We kunnen trots zijn op ons zorgstelsel, zeker als we het internationaal vergelijken. 

Maar we zien nog steeds kansen om de zorg te verbeteren en tegelijkertijd de kosten te verlagen. Dat laatste is heel belangrijk omdat goede zorg begrensd wordt door voldoende capaciteit. We moeten blijven verbeteren om de vraag naar zorg te kunnen blijven leveren op steeds betere en innovatievere manieren. Er is immers zowel geen onuitputtelijke bron van financiering als van verpleegkundigen en artsen.’

 

Als u naar de toekomst kijkt, wat ziet u dan als de grootste problemen?

‘De zorgvraag lijkt soms wel oneindig. Nu gaat al circa 10-20% van ons inkomen naar de zorg. Als die zorg jaarlijks met procenten blijft stijgen zijn er scenario’s dat in 2040 bijna de helft van ons inkomen naar zorg gaat. Dat kunnen we niet betalen. Binnen Nederland zijn er namelijk ook andere problemen die vragen om oplossingen, zoals investeringen op het vlak van alternatieve energie, milieu en pensioenen et cetera.  

Daarnaast zijn de personeelstekorten in de zorg een grote bron van zorg. Zelfs als we die almaar stijgende kosten willen betalen met elkaar hebben we simpelweg de mensen niet die die zorg kunnen leveren. We zien de personeelstekorten verder toenemen.

Met dit in het achterhoofd, is een van de grootste uitdagingen de transitie in de gezondheidszorg;  hoe zorgen we er nu voor dat iedereen goede zorg ontvangt, ook in de toekomst? Voelt iedereen de urgentie om te transformeren? En zijn zorginstellingen ook bereid om te transformeren, ook als dat impact heeft op hun eigen instelling? Actieve inzet op zinnige zorg in combinatie met digitale toepassingen is belangrijk, met name ook die combinatie anders leidt het juist tot meer (onnodige) zorg wat ons probleem alleen maar groter maakt.’

Hoe ziet u dat eventuele verbeteringen zullen ontstaan? Welke initiatieven vindt u goed/ belangrijk?

‘We zien dat artsen, verpleegkundigen, psychiaters met vele voorbeelden komen die leiden tot betere zorg voor de patiënt en dat dat gepaard gaat met lagere kosten. Verbeteringen ontstaan dus vanuit de zorgprofessionals zelf. Zij willen vaak ook helpen bij implementatie bij hun collega’s omdat ze allemaal gedreven zijn de zorg telkens beter te maken als we ze daartoe uitnodigen.

De initiatieven  die leiden tot betere patiënten zorg in combinatie met lagere kosten en/of door slimmere inzet van personeel vinden wij belangrijk. En daarvan hebben we inmiddels meer dan 1000 ideeën waarvan 100 bewezen effectief zijn. Kortom aan voorbeelden hoe het wel kan geen gebrek. Als deze ideeën bewezen effectief zijn, schalen we ze via onze inkoop op naar andere plekken, telkens gekleurd naar die lokale situatie. Initiatieven op de ene plek leiden dan ook vaak tot bewerkte varianten of hele nieuwe varianten elders. Daarom stimuleren we ook de opschaling via maatwerk, opleggen werkt niet. We merken dat het aanspreken van de professionaliteit van zorgverleners leidt tot steeds meer initiatieven, terwijl het opleggen leidt tot een soort corvee achtige weerstand met vooral uitleggen waarom het hier niet werkt. We omzeilen op deze manier het ‘not invented here’ syndroom en geven ruimte aan de eigen invulling. We sturen echter wel nadrukkelijk op die eigen invulling. Het kan namelijk niet zo zijn dat je niet in transitie gaat  als aanbieder.’

Hoe ziet u de samenwerking tussen verschillende partijen in het zorglandschap?

‘We zien dat er veel tafels georganiseerd worden, met alle partijen aan tafel om tot een visie te komen, de zogenaamde whole system in the room-benadering. Onze ervaring is dat dat vooral leidt tot hele kleine initiatieven en te weinig ownership, juist omdat de verandering dan van iedereen is en er niemand echt aanspreekbaar is zien we alleen marginale beweging en veel bestuurlijke drukte.

Een transitie is niet alleen maar leuk, maar kost ook bloed, zweet en tranen. Met die aanbieders waar je echt de verandering mee in gang moet zetten, die zelf ook een transitie door moeten maken, daar moet je in partnership gewoon mee aan de slag. Die partijen die pijn lijden door de verandering, die moeten gecommiteerd zijn en aan tafel zitten om het voor elkaar te krijgen. Het is veel makkelijker om te groeien, maar daar gaat deze transitie niet om. Daarnaast merken we ook dat je op enig moment echt aan de slag moet, naar het doen. Dit kan als je heel zeker bent van die grote ‘why’ en de gelijk gerichtheid. Dan pas leer je ook waar je tegenaan loopt, dat kun je niet aan de tekentafel via powerpoints bedenken, daarvoor moet je echt met je poten in de modder. Een transitie kost veel tijd, focus en moed. Je hebt dappere bestuurders nodig die de moeilijke discussies in hun huis voeren, soms tegen de stroom van hun collega huizen in. Dappere dokters en verpleegkundigen die het anders willen doen en kritisch zijn op hoe we het al altijd deden.

Dat is wat een transitie mogelijk maakt en is veel belangrijker dan de veelheid aan bestuurlijke tafels waar we nu vaak aan zitten. Het mag niet blijven bij mooie plannen, en daar hebben we geen tijd voor in de transitie waar we voorstaan.’

Wat vindt u van de opzet van de Zorgambassade? Wat maakt het anders dan andere initiatieven?

‘Wat ik het leuke aan de Zorgambassade vind is dat het meer is dan een denktank is, maar ook echt een doetank. Ik hoop dat jullie straks met mooie oplossingen komen: over wat we gaan dóen.’

Wat ziet u als het gewenste resultaat van een jaargang van de Zorgambassade

‘Dat we straks een paar mooi voorbeelden hebben van hoe initiatieven nog effectiever opgeschaald kunnen worden, rekening houdend met het benodigde maatwerk. Zodat we er allemaal van kunnen leren en dat het ons inspireert om mee verder te gaan of het ook eens op die manier uit te proberen. Het mag in ieder geval geen mal worden waarmee we de innovatie dood drukken, want dan is die hele grote bron van vernieuwing zo opgedroogd.’

Wat hoopt u in de deelnemers te kunnen vinden?

‘Ik hoop dat de deelnemers creatief zijn, out-of-the-box denken en doen, buiten de gebaande paden zodat ze echt met slimme, praktische oplossingen komen waar wij in de praktijk direct mee aan de slag kunnen.

Wat wenst u de deelnemers van de Zorgambassade toe?

‘Dat ze veel mogen, zien, doen, leren en ervaren, niet alleen vanaf de tekentafel maar ook door te leren en te ervaren waar je tegenaan botst onderweg en dat ze ontzettend nieuwsgierig zijn. Het naadje van de kous willen weten is voor een echte transitie heel belangrijk.’

Coöperatie VGZKim Lewis